De rust- en ruiperiode


Koppel dominicanen rust uit tijdens de rui.

De rust- en ruiperiode vangt begin juli aan en kan duren tot eind oktober. In deze periode vragen je dieren extra aandacht want het is onontbeerlijk dat ze ongeschonden door deze periode geraken. In deze periode dienen allerhande voorbereidingen en handelingen te gebeuren. Zo dienen je dieren tijdig gekuurd en gevaccineerd te worden tegen allerhande ziekten en kwalen zodat zij op volle kracht het komende tentoonstellings- en het daarop volgende kweekseizoen kunnen aanvatten. De dieren die deze periode goed doorkomen staan garant voor een verdere succesvolle opbouw van onze duivenkolonie.


Een kar vol pluimen verzamelt zich tijdens de rui.

De rui is een jaarlijks terugkerend fenomeen waaraan iedere gezonde vogel niet kan ontsnappen. Het is in feite een jaarlijkse terugkerende vernieuwing van het gevederte. Dit nieuw gevederte heeft de vogel nodig om te kunnen overwinteren. Het oude gevederte heeft vaak enorm geleden aan het vorige tentoonstellings- en broedseizoen. Het ruien wordt toegeschreven aan de werking van speciale klieren. Deze klieren gaan hun speciale functies in de rui vervullen. Zij halen hun voedingsstoffen uit het voedsel dat wij aan onze dieren verstrekken. De rui wordt dus beïnvloed door het voedsel dat wij onze dieren verstrekken.


Gerst, ideaal graan als zuivering voor
duiven.

Bij een correcte voedering en een goede verzorging van je dieren, verloopt de rui vlot. Om de rui te bevorderen kan je als fokker het volgende doen. Je beëindigd plotseling de kweek (einde juni / juli). Je voedert je dieren enkele dagen met een graan dat purgerend werkt (zuivering). Dan verstrek je een krachtig voeder met oliehoudende en verhittende zaden. Je zal zien dat de veren er in enkele dagen letterlijk vanaf vallen zeker als het warme weer in juli en augustus wil meewerken.

Sommige vogels zitten er letterlijk kaal bij. In deze periode verzamelt er zich vaak een ‘kar’ pluimen op het hok. Het is belangrijk dat je in deze periode een strenge reinheid op het duivenhok nastreeft omdat je vogels veel gevoeliger zijn voor ziektekiemen. Een dagelijkse poetsbeurt kan zeker geen kwaad. Je dieren zullen er enkel goed bij varen.


Einde juli, begin augustus start voor
kroppers de ruiperidode.



Ruischema voor duiven.

Het verwisselen van het gevederte (de rui) gebeurt geleidelijk aan. Als je dieren gezond zijn, verloopt het ruiproces zonder problemen. De volledige rui duurt 160 à 170 dagen. Je merkt als fokker hier weinig of niets van. Bij dieren die niet in goede conditie zijn, verloopt de rui minder snel. De rui stopt vaak voor langere of kortere periode bij dieren die ziek worden tijdens het ruien. Bij jonge kroppers start de rui met het vallen van de eerste slagpen op een leeftijd van ± 7 weken. Het vallen van de eerste mantelpen valt samen met het vallen van de 6de slagpen. Het vallen van de eerste staartpen valt samen met het vallen van de 7ste en 8ste slagpen.

Het verwisselen van de overige veren verschilt bij iedere vogel. De vleugeldekveren ruien meestal gelijktijdig met de slagpennen. Veel later (tijdens de ruiperiode) ruien de borstveren, vervolgens de hals- en de voetveren. De kopveertjes komen als laatste aan de beurt. Indien de voetbevedering niet correct uitruid, kan je als fokker de veren uittrekken. Na enkele weken heeft de duif dan een volledig nieuwe voetbevedering.

Het vallen van de slag-, mantel- en staartpennen wordt duidelijk afgebeeld in het hiernaast staande ruischema. De slag-, mantelpennen zijn genummerd van 1 tot 10. De staartpennen zijn genummerd van 1 tot 6. Wat de slagpennen betreft start de rui met pen genummerd 1. Het ruien gebeurt steeds in nauwkeurige volgorde van 1 tot 10. De pennen vallen vrijwel gelijktijdig links en rechts. Wat de mantelpennen betreft, kan je grote schommelingen vaststellen. Hier is de volgorde van 1 tot 10 absoluut niet aan de orde. Wel vallen de mantelpennen net zoals bij de slagpennen links als rechts vrijwel gelijktijdig. Het ruien van de staartpennen verloopt zeer snel (± 55 dagen). Vaak verloopt de staartrui zo snel dat het lijkt of de staart in zijn geheel er uitgetrokken is.


Groepje Gentse kroppers die een bad nemen.



De rui wordt niet versneld of belemmerd als je vogels al dan niet over vrije uitvlucht beschikken. Zowel dieren die opgesloten of over vrije uitvlucht beschikken, zullen volledig uitruien.

Bij gekoppelde dieren start de rui vaak iets later, zeker als zij nog laattijdig aan het broeden zijn. Ook de duur van de rui verloopt sneller bij niet gekoppelde dieren.

Bij kroppers komt het al eens voor dat reeds in het voorjaar sommige dieren over geen kropveren meer beschikken. Dit heeft echter niets met de rui te maken. Dit massaal verlies van kropveren heeft een erfelijke oorzaak. Dieren die deze eigenschap bezitten, geven deze ook vaak verder aan hun nakomelingen. Je moet trachten zulke dieren in de kweek te vermijden. Wat je je dieren zeker moet verstrekken tijdens de ruiperiode is een bad. Baden stimuleert de rui als niets anders. Lees hier meer over op de pagina ‘het uitvliegen van kroppers’.