De huisvesting van kroppers


Het duivenhok met uitvliegruimte waarvan de voorzijde
naar het zuiden gericht is zodat de duiven maximaal van de
zon kunnen genieten. De dakzijde van de uitvliegruimte is
gedeeltelijk voorzien van doorzichtige kunststoffen
dakplaten zodat het hok niet nat kan worden. Zo
blijft immers de ruime uitvliegplank steeds droog.

Als je duiven wil fokken, moet je er allereerst voor zorgen dat je over een degelijk en doelmatig duivenhok beschikt. Je moet rekening houden met de vereisten die je ras stellen. Een hok voor tuimelaars, hoogvliegers of postduiven is geheel anders ingericht dan een hok voor grote zwaar beenbevederde kroppers, pauwstaarten of raadsheren. Welk ras je ook fokt, belangrijk is dat de inrichting voldoende ruimte aan je vogels biedt. Een zonnig, droog en tochtvrij hok zijn de hoofdvereisten van een goede en degelijke huisvesting.

Tevens belangrijk is dat op tijd en stond lucht, licht en zon het hok kunnen binnendringen. Hokken met een glazen front en openklapbare vensters aan de zijde waar het meeste zon komt, zijn bijvoorbeeld een goede keuze. Teveel glas aan je duivenhok heeft echter ook nadelen. Hierover lees je meer in het hoofdstuk ‘het duivenjaar’ (het ideale kweekhok).

Het duivenhok met uitvliegruimte waarvan de voorzijde naar het zuiden gericht is zodat de duiven maximaal van de zon kunnen genieten. De dakzijde van de uitvliegruimte is gedeeltelijk voorzien van doorzichtige kunststoffen dakplaten zodat het hok niet nat kan worden. Zo blijft immers de ruime uitvliegplank steeds droog.


Duivenhok met zicht op 't zuiden.

De keuze van je duivenhok hangt vaak af van de plaats waar je woont. Woon je buiten en beschik je over een lapje grond dan kan je best een tuinhok bouwen. Mensen die in de stad wonen, maken daarentegen vaak gebruik van een zolderhok of een kleine kamer.

Het tuinhok wordt algemeen aanzien als de meest ideale duiveninfrastructuur. Een goed tuinhok moet zoveel mogelijk zonlicht kunnen opvangen. De voorzijde of de zijde die het meeste zonlicht doorlaat, bouw je daarom liefst gericht naar het zuiden, zuidoosten of zuidwesten al naar gelang je mogelijkheden. Zonlicht is immers een bron van energie. De andere zijden en het dak mag je volkomen dicht maken. Vaak wordt een duivenhok tegen een bestaande muur gebouwd, bijvoorbeeld tegen een garagewand of tegen een tuinhuisje. Deze wanden zorgen voor extra stabiliteit en het bespaart je immers in de kosten. Het dak loopt meestal schuin af naar de achterzijde van het hok. Ook het traditionele zadeldak zie je vaak terug maar hier is de constructie moeilijker en kostelijker.

De materialen waarmee je een duivenhok bouwt variëren enorm. Voor de zijkanten kan je hout of bakstenen gebruiken of een combinatie van de twee. Betonnen platen worden ook wel eens gebruikt. Een steenachtige wand zonder houtbekleding heeft wel de reputatie koud en kil te zijn.


Het aanbrengen van dakisolatie.

Voor het maken van een degelijk dak kan je allerlei materialen gebruiken zoals pannen of allerlei soorten golf- of dakplaten. Je kan ook een houten dak maken en dit met asfalt bekleden. Om de warmte in het hok te bewaren is het belangrijk dat je zorgt voor een degelijke isolatie. Een goed geïsoleerd dak is hier zeer zeker de boodschap. Gebruik hiervoor liefst rotswolplaten of ander bestaand isolatiemateriaal. Dit isolatiemateriaal bevestig je best tussen de kepers of gordingen waar je later tevens het onderdak tegen bevestigt. Indien je rotswolplaten gebruikt, is het tevens van belang dat deze door een plastiek dampscherm worden afgedekt aan de warme zijde van de isolatie. Dit voorkomt dat het isolatiemateriaal condens opneemt waardoor alles droog blijft. Als je metalen golfplaten gebruikt, heb je geen keuze en moet je een dampscherm aanbrengen. Waterdampen condenseren immers zeer sterk tegen deze metalen platen.


Gentse kroppers nestelen zich graag in een
bodembedekking van hooi en stro!

Als je het hok op de vaste grond bouwt, wordt aangeraden een dikke betonnen vloer te leggen. Hierop komt later een flinke laag droog zand wat alles minder vochtig maakt. Vaak wordt gewoon wit zand of rijnzand gebruikt. Er zijn ook speciale korrels in de handel die hier speciaal voor dienen. Maar ook de eeuwenoude ‘drogemestmethode’ wordt nog vaak toegepast. Hier gebruik je als dekmiddel een flinke laag hooi en stro. Voordeel van deze goedkope methode is dat alles veel warmer aanvoelt want het hooi en stro fungeren hier als schitterende grondisolatie. Voor fokkers die zeer vroeg met de kweek willen starten is dit ook de meest aangewezen bodembedekking. Het vele hooi en stro stimuleert je dieren immers tot het bouwen van nesten. Nadeel is wel dat ratten en muizen eveneens graag tussen hooi en stro vertoeven. Maak dus ononderbroken jacht op deze knaagdieren en zet op plaatsen waar je duiven niet bij kunnen kleine dosissen vergift.

Ideaal is echter je hok ± 50 cm boven de grond te bouwen. Als bodem gebruik je dan een flinke houten vloer. Deze vloer zal steeds droog zijn en warmer aanvoelen dan een cementvloer. Het is natuurlijk veel duurder in aanleg maar later zal je er zeker de vruchten van dragen.


Duivenhok als een tuinhuisje in hout.

Als je minder handig bent, kan je natuurlijk altijd een duivenhok kopen. Deze mooie tuinhokken zijn echter niet goedkoop. Ze lijken vaak op gewone tuinhuisjes. Ze zijn geheel uit hout en er ligt meestal een betonnen of houten vloer in. Het dak is meestal bekleed met asfalt.

Alle houten hokken vereisen een jaarlijkse instrijkbeurt met carbolineum of een ander houtbeschermend middel. Dit doe je best tijdens de zomer. Bij warm weer dringen deze producten beter in het hout. Zonder deze middelen zou het hout minder lang meegaan omdat het sneller gaat rotten. Het kost een kleine moeite om dit jaarlijks te doen en het bespaart je uiteindelijk veel werk want een nieuwe wand plaatsen of een deel ervan duurt veel langer.


Kweekruimte met 6 broedhokken.



Collectie jonge Gentse kroppers op hun
zitplankjes



Er is ± 10 cm tussen de zitplankje en de
zijwand om de voetbevedering niet te
beschadigen. De schuine plank vangt
de uitwerpselen op.

Met het maken van de binneninrichting van je duivenhok moet tevens rekening gehouden worden met het ras dat je fokt. De broedhokken, de zitplankjes de eet- en drinkbakken, de in- en uitgang van het duivenhok, ... moeten aangepast zijn aan het ras dat je fokt.

De broedhokken moeten voldoende groot zijn. De afmetingen moeten tevens aangepast zijn. Een broedhok voor een Engelse kropper verschilt in afmetingen met het broedhok van een postduif. Hun broedhokken moeten voldoende hoog zijn en gemakkelijk toegankelijk omdat zij minder goede vliegers zijn. Goede afmetingen van broedhokken voor Saksische, Gentse of Engelse kroppers meten ± 80 cm (voorfront) op 40 à 50 cm (diepte) en zijn ± 40 cm hoog (voor de Engelse kropper mogen zij 60 cm hoog zijn). Het voorfront mag voor de helft (= ± 40 cm) dicht gemaakt worden zodat er een even grote invliegruimte is. Het is gemakkelijk als de broedhokken kunnen afgesloten worden. Vooral in het vroege jaar als je je dieren gaat samenkoppelen is dit zeer praktisch. Je kan je dieren dan ook gemakkelijker aan hun broedhok laten gewennen.

Ook zitplankjes bestaan in verschillende maten en modellen. De L-plankjes of de ^-plankjes zijn de meest bekende. ^-plankjes kenmerken zich doordat zij uitwerpselen opvangen. Deze zijn dan achteraf gemakkelijk en vlug te verwijderen. Voor dieren met een zware voetbevedering kan je dit soort plankjes echter niet gebruiken. Op zulke zitplankjes zouden zij hun voetbevedering immers bevuilen. Ze duwen deze trouwens vaak stuk tegen de wand van het hok waartegen de zitplankjes bevestigd werden. Voor hen gebruik je bij voorkeur ronde houtklompjes van ± 12 cm diameter. Deze houtklompjes worden bevestigd op een ijzeren of houten verbindingsstuk dat bij voorkeur schuin naar beneden loopt. Ze worden tegen de zijwand van het hok bevestigd. Bij deze zitplankjes is de kans veel kleiner dat je dieren hun voetbevedering stukmaken. Ook eet- en drinkbakken, ... moeten naar verhouding zijn. De granen moeten gemakkelijk te bereiken zijn. De standaard drinkbakken voldoen meestal aan de eisen van alle rassen.


Zwarte dominicaan duivin in een houten
broedschotel van ongeveer 30 x 30 cm.

De standaard broedschotels zijn niet voor alle rassen ideaal. Voor grote zwaar beenbevederde kropperrassen zijn deze meestal te klein en gebruik je best vierkante houten broedbakken met afmetingen van 30 x 30 cm. Zo is de kans kleiner dat ze hun eieren stukmaken. Maar ook hierop bestaan talrijke varianten. Creatieve duivenfokkers hebben vaak eigen manieren en ideeën om hun dieren van de beste hulpstukken te voorzien.

Je kan dus je duivenhok naar eigen smaak en voorkeur bouwen en inrichten. Belangrijkste blijft wel dat je rekening houdt met de hoofdvereisten van een degelijk duivenhok d.w.z. een droog en tochtvrij hok dat voldoende licht en zon binnenlaat.