De getijgerde variëteit is een kleurslag die we bij de Gentse kropper niet mogen vergeten. Getijgerde dieren hebben driekleurige ogen met witte of roosachtige oogranden. Bij getijgerde Gentse kroppers onderscheidt men '3 variëteiten': licht getijgerd, getijgerd en donker getijgerd.
Licht getijgerd: de grondkleur is wit. De gekleurde veren zijn goed verdeeld over gans het lichaam met uitzondering op de voetbevedering, de slagpennen en staart die wit moeten zijn.
Getijgerd: de witte en gekleurde veren zijn zo regelmatig mogelijk verdeeld over gans het lichaam, de voetbevedering, de slagpennen en staart inbegrepen.
Donker getijgerd: de grondkleur is gekleurd. De witte veren zijn goed verdeeld over gans het lichaam met uitzondering op de voetbevedering, de slagpennen en staart die gekleurd moeten zijn.
Kleurslagen zijn zwart, rood en geel.
Door zijn zeldzaamheid herbergt deze kleurslag anno 2003 praktisch geen fokkers en fokdieren. Het standaardniveau bij de bestaande dieren kan variëren van gemiddeld tot hoog.
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
|